Tess en de toverhond
Tess is een vrolijk meisje van zes jaar. Ze woont in een klein dorpje met haar papa, mama, broer Owen en hondje Buddy. Buddy is geen gewone hond, hij is een toverhond. Een jaar geleden stond ie ineens op de stoep. Tess hoorde gekrabbel aan de voordeur. Toen ze de deur opende, zag ze een hondje met een paars pak, een rode cape en blauwe schoenen. Hij sprong tegen Tess op en likte haar gezicht. Ze was op slag verliefd.
‘Mam, kijk nou! Wat een schattig hondje. Mogen we hem houden? Aahhh?’ had ze geroepen. Zo was Buddy onderdeel van het gezin geworden.
Al vrij snel bleek dat Buddy bijzondere gaven had. Op een middag had Tess uren op haar kamer gespeeld. De vloer lag vol met al haar speelgoed. Poppen, boeken, pionnen van Ganzenbord, kleine speelgoeddieren, kleurpotloden en nog veel meer. Mama had gezegd dat ze na het eten eerst op moest ruimen. Pff, dacht Tess, daar heb ik echt geen zin in. Het is zo’n rommeltje, dan ben ik hartstikke lang bezig.
Ze had de laatste hap van haar toetje net doorgeslikt, toen ze zuchtend naar boven liep. Maar wat was dat? De boeken stonden keurig op een rij in de kast. De dozen van de spelletjes lagen netjes opgestapeld. De poppen zaten naast elkaar in de vensterbank. Alles was brandschoon. Midden in haar kamer zat Buddy te kwispelen.
‘Wat …? Hoe …?’ Tess wist niet wat ze moest zeggen. Toen riep ze naar beneden: ‘Mam, kom eens kijken! Buddy kan toveren.’
Even later stond mama met verbazing rond te kijken. ‘Je kamer is nog nooit zo netjes geweest,’ zei ze. ‘Hoe heb je dat zo snel gedaan?’
‘Het was Buddy,’ antwoordde Tess. ‘Toen ik boven kwam, was het al zo.’
‘Maar lieverd, hondjes kunnen toch niet toveren?’ lachte mama. ‘Als dat zou kunnen, dan mag hij ook de afwas laten verdwijnen. De keuken is een grote ravage.’
Op dat moment blafte Buddy twee keer en rende naar beneden.
Mama en Tess keken elkaar aan. Het zal toch niet echt? Vlug liepen ze naar de trap.
‘Ik zei het toch, mam,’ zei Tess lachend. Mama stond met open mond in de keuken. De borden en pannen stonden allemaal in de kast en het fornuis blonk als nooit tevoren. Er was geen spettertje vet meer te vinden. Wederom zat Buddy triomfantelijk te kwispelen.
‘Heb jij niks gehoord?’ vroeg mama aan Owen, die in de woonkamer aan het gamen was.
‘Nee, ik zit net in een supermoeilijk level. Ik heb de draak bijna verslagen,’ riep hij vanaf de bank.
‘Wonderbaarlijk,’ stamelde mama. ‘Aan dit hondje gaan we nog heel veel plezier beleven.’
Een paar weken daarna waren mama, Owen, Tess en Buddy in hun favoriete attractiepark. Het zonnetje scheen fel en het was lekker warm. Helaas was het daardoor ook erg druk.
Ze stonden al een half uur in de rij en het einde was nog lang niet in zicht.
‘Hoe lang duurt het nog, mam?’ vroeg Tess. ‘Ik verveel me.’
‘Op het bord stond zestig minuten wachttijd, schat, dus we zijn op de helft,’ antwoordde mama.
‘Ik wou dat ik over al die mensen heen kon kijken,’ zei Owen. ‘Dan kon ik tenminste zien hoe ver we nog moeten.’ Hij had het nog niet gezegd of zijn nek begon te groeien. Hoger en hoger. Buddy blafte. Owen moest hard lachen. ‘Mam, moet je kijken. Dit is briljant! Ik kan de ingang van de attractie zien. Bedankt buddy!’
Dit bracht Tess op een idee. ‘Hé mama, als Buddy jou nou eens verandert in een groene alien met een lange nek. Dan kun je alle mensen voor ons laten schrikken en dan zijn we zo aan de beurt.’ Ze klapte in haar handjes van de pret.
‘Een alien?’ vroeg mama met een bedenkelijk gezicht. ‘Ik weet niet of dat nou zo’n goed idee …,’ maar voor ze haar zin af kon maken, voelde ze iets kriebelen in haar nek. En weer blafte Buddy.
Een paar tellen later was mama veranderd in een groene alien met een lange nek, grote ogen en enorme handen. Ze liet haar hoofd zakken over de mensen die voor hun stonden.
‘Biedie biedie … ploef ploef … biedie biedie … waaahhh,’ riep ze.
Ze zwaaide wild met haar armen heen en weer. Bij Owen en Tess liepen de tranen over hun gezicht van het lachen, maar ze waren de enige. Tess haar plannetje werkte. De andere mensen gilden en vluchtten alle kanten op.
‘Help, een monster!’ riepen ze. ‘Ren voor je leven!’
De wachtrij was als sneeuw voor de zon verdwenen.
Buddy blafte opnieuw en de alien werd langzaam weer gewoon mama. Tess en Owen gaven haar een dikke knuffel.
‘Zo ben je toch het allerleukst, hoor mam,’ zei Tess.
‘Al was je ook een vet coole alien,’ grinnikt Owen. ‘Biedie biedie.’
Lachend liepen ze naar de ingang van hun lievelingsattractie.
En Buddy? Die zou nog heel lang bij hun blijven.